vrijdag 18 november 2011

De autist en de postduif

Op haar zeventiende werd Janine zwanger tijdens een feestje in een schuur. Een ongelukje. ‘Ik heb het niet onveilig gedaan, maar onaardig’, zei ze altijd. Haar zoon Geert is een geniale autist. Omdat haar ouders zeer gelovig waren en ze niet wist – of niet wilde weten – wie van de jongens in de schuur de vader was, dacht ze dat ze moeder, vader, opa, oma en de hele familie voor het kind moest zijn. 

De geniale Geert wist niet dat hij een anker voor het schip van haar leven was. Toen zijn moeder hem vroeg of hij een kamer zou zoeken, vroeg hij verbaasd: ‘Is een kamer genoeg voor ons allebei?’ De zoon liet de moeder niet los. Zo duurde de bezetting van Janine zevenendertig jaar. Zij werkte in de kringloopwinkel voor hun huis, waar Geert zijn avonden en vrije dagen doorbracht. 

Toen Geert een beroemde vioolbouwer werd, zei Janine dat het tijd was dat hij wegging. In zijn nieuwe huis, dat daarvoor van een duivenmelker was geweest, opende een postduif Geerts wereld. Elke keer als Geert de doffer op het internet zette om gratis af te laten halen, kwam hij terug, en zo ontmoette hij steeds nieuwe mensen. Om te zorgen dat de postduif niet terugkwam, bracht hij hem zelfs naar het meest zuidelijke punt van het land. Maar hij kwam terug en veranderde Geerts leven eens en voor altijd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Nederlandse boeken  (468x60)